Genderaspecten bij opdrachten aan grafelijke familie diffuus

2022-09-24 7

Willem Sluiter (1627-1673) droeg naar verhouding vaak dichtbundels op aan vrouwen. Aan drie leden van één gezin, de grafelijke familie in het kasteel te Borculo, betoonde hij met zijn publicaties ook deze eer. Marjan van den Broek zag hierin voor haar bachelor-eindwerkstuk aan de Universiteit Utrecht een uitgelezen kans te onderzoeken hoe zijn opdrachten aan vrouwen verschilden van die aan mannen.

Nina Geerdink, docent vroegmoderne Nederlandse letterkunde in Utrecht, wist haar en een andere student te interesseren voor onderzoek naar de bijzondere relatie in het werk van Sluiter tot vrouwen. Hun werkstukken zijn op de site www.willemsluiter.nl kort samengevat. Voor meer informatie of contact: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..

Hypothese vooralsnog niet bevestigd

De onderzoeksresultaten, schrijft Van den Broek, komen niet overeen met de verwachting dat de opdrachtgedichten van Sluiter aan vrouwen verschillen van die aan mannen. Sommige verschillen kunnen echter wel gerelateerd worden aan gender. Genderaspecten spelen wel een rol in deze gedichten van Sluiter, maar lang niet alle verschillen kunnen toegeschreven worden aan gender, gedragscodes die in een bepaalde cultuur voor mannen en vrouwen gelden. De hypothese dat gender een rol speelt in het werk van Sluiter kan daarom door haar vooralsnog niet bevestigd worden. Diffuus blijft voorlopig het beeld.

Het eindwerkstuk van Van den Broek draagt als titel ‘Willem Sluiter’. ‘Een onderzoek naar de opdrachten van Sluiter aan de familie Van Limburg Stirum’, luidt de ondertitel. Hiervoor werden de drie opdrachtgedichten bestudeerd en met elkaar vergeleken: het gedicht aan Elisabeth in de bundel Psalmen, lof-sangen, ende geestelike liedekens, het gedicht aan Otto in Buiten-leven en het gedicht aan dochter Amelia in Eensaem huis- en winter-leven.

Naar het oordeel van Van den Broek mag haar hypothese nog niet direct verworpen worden. Sluiter heeft meer werken aan vrouwen opgedragen, die kunnen ook worden bestudeerd.

Hield de graaf minder van lezen?

Een opvallende zin is in de ogen van Van den Broek de zin waarin gezegd wordt dat Sluiter de graaf niet wil belasten met te veel leeswerk. Betekent dit wellicht dat de graaf minder van lezen hield en minder met literatuur bezig was dan zijn juist zeer belezen vrouw en dochter? Dit verschil kan ook wel beschouwd worden als een ‘gender’-verschil.

Het werkstuk informeert ook over hoe rond 1500 schrijvers opdrachtgedichten schreven met hyperbolische lof aan hun beschermheren. In de hoop op financiële ondersteuning. De toewijding verbond de naam van de schrijver met de beschermheer en gaf de schrijver faam. Dit bevorderde de verkoop. Een beschermheer handelde ook uit eigenbelang. Zijn faam werd namelijk via de gedrukte boeken verspreid.